EMDR-therapie (Eye Movement Desensitization and Reprocessing) is een evidence-based benadering die meestal wordt gebruikt bij de behandeling van trauma. Trauma’s zoals een auto-ongeluk, onverwachte of plotselinge dood van een geliefde, seksuele of fysieke mishandeling, vernemen dat uw partner een affaire of een pornoverslaving heeft gehad, of gaan scheiden. Of voor kleinere trauma’s die op elkaar voortbouwen, zoals het krijgen of adopteren van een kind, werken als verpleegster of arts in een kinderziekenhuis, verhuizen, een bruiloft plannen, gepest worden op school of conflicten met partner of kinderen.
HOE WERKT EMDR?
‘S Nachts is REM-slaap hoe ons lichaam onze dag verwerkt. Maar tijdens een verhoogde staat van emotionele stress of een traumatische gebeurtenis wordt niet alles elke nacht verwerkt zoals het zou moeten. EMDR creëert dezelfde ervaring tijdens een therapiesessie om je hersenen in staat te stellen terug te gaan en een trauma dat nog niet volledig is verwerkt, opnieuw te verwerken. Tijdens de therapiesessies praat je niet over het trauma, maar laat je je hersenen het werk doen om het te verwerken.
Onverwerkte trauma’s worden in het huidige leven getriggerd en zorgen ervoor dat we intense niveaus van emotie hebben in situaties van het huidige leven. Wat er gebeurt, is dat je onverwerkte trauma uit het verleden wordt getriggerd in levenservaringen van vandaag, wat kan resulteren in hoge angst, depressie, herinneringen aan traumatische gebeurtenissen die in je opkomen, angst om alleen te zijn, onrealistische gevoelens van schuld en schaamte, moeite om anderen te vertrouwen, en relatieproblemen hebben om er maar een paar te noemen. Onverwerkt trauma kan ook leiden tot negatieve zelfovertuigingen (zoals het gevoel hebben dat je niet geliefd, onwaardig, niet goed genoeg of een mislukkeling bent). Door trauma opnieuw te verwerken, kan EMDR u helpen te genezen van de symptomen die u vandaag ervaart.
IS EMDR GESCHIKT VOOR MIJ?
Benieuwd of EMDR therapie voor jou de juiste behandelvorm is? Kijk of je je herkent in een van de volgende zaken:
- Ik vind het moeilijk om assertief te zijn in mijn relaties op het werk of thuis.
- Ik voel me angstig of heb paniekaanvallen.
- Ik heb de neiging om dingen uit te stellen en me slecht te voelen over mezelf.
- Ik heb een lage tolerantie voor frustratie of woede.
- Ik heb een patroon van gebrokenheid in hechte relaties.
- Ik heb moeite met het nemen van beslissingen.
- Ik ervaar somatische ziekten die dokters niet kunnen verklaren.
Ik heb een of meer negatieve overtuigingen over mezelf (zoals niet geliefd, onwaardig, niet goed genoeg, een mislukking, ik had iets moeten doen, ik moet perfect zijn) die in mijn hoofd opkomen